Wat is een automatische schakelaar of automaat?

 Automaten zijn modules die een elektrische installatie beveiligen tegen het 'lopen' van te veel stroom door de kabels (zoals bv. bij kortsluiting). Ze doen met andere woorden hetzelfde als de zekeringen (die vroeger meer geplaatst werden en vaak verward worden met automaten) maar in tegenstelling tot een zekering kan een automaat herbruikt worden na deze in beveiliging is gegaan.

De bescherming door de automaat gebeurt op 2 onafhankelijke manieren:

  • magnetische bescherming: bij plots veel te veel stroom zoals (bv. bij kortsluiting) zal door magnetische opwekking de schakelaar uitgeschakeld worden. Dit resulteert in een zeer snelle reactie (10ms).

  • <mechanische bescherming d.m.v. opwarming van bimetaal: Door het lopen van stroom door een kabel zal deze opwarmen. Daar metalen elk op een specifieke manier zullen reageren op opwarming zal een bimetaal dus gaan krom trekken als de opwarming te groot wordt. Dit principe wordt gebruikt binnen in een automaat om de automaat af te schakelen indien nodig. Deze bescherming beschermt dus tegen het langdurig te veel lopen van stroom door de kring. Dit resulteert in een tragere reactie.

Automaten komen voor in verschillende types afhankelijk van de magnetische grens:

  • Type B: schakelt uit bij 3-5x nominale stroom (verlichting)

  • Type C: schakelt uit bij 5-10x nominale stroom (verlichting, motoren): veel in residentiële woningen

  • Type D: schakelt uit bij 10-20x nominale stroom (industrie met motoren met grote aanloopstromen)

In huishoudelijke elektrische installaties worden meestal automaten van het type C geplaatst.

De automaten die geplaatst dienen te worden voor een bepaalde kring is afhankelijk van de gebruikte draaddiktes en de verbruikers er aan gekoppeld.

  • Automaat 16A: bekabeling min. 1,5mm² (meestal voor verlichtingskringen)

  • Automaat 20A: bekabeling min. 2,5mm² (meestal voor standaard stopcontactkringen)

  • Automaat 25A: bekabeling min. 4mm²

  • Automaat 32A en 40A: bekabeling min. 6mm²

  • Automaat 63A: bekabeling min. 10mm²

Zoals reeds vermeld, wordt in een standaard elektrische installatie voor verlichtingskringen een draaddikte gebruikt van 1,5mm² en dus beveiligd door een 16A automaat. Voor een kring met stopcontacten (gewone stopcontacten uiteraard) wordt meestal een draadsectie van 2,5mm² gebruikt en beveiligd met een 20A automaat. Voor gemengde kringen (verlichting en stopcontacten door elkaar) wordt een draaddikte van 2,5mm² voorgeschreven en wordt deze best beveiligd door middel van een 16A automaat (indien toch met 20A automaat beveiligd, moeten alle schakelaars in deze kring dubbelpolig schakelen).